Pijltje naar links, ter aanduiding dat je terug gaat naar de vorige pagina
Terug naar nieuwsoverzicht
ACHTER DE SCHERMEN

De weg van chef-kok naar social designer

‘Social Design? Ik kende die term niet eens’ (Twan de Vaal, Social Designer bij Ink Social Design). Lees hier het verhaal over Twan en hoe hij het van chef-kok tot social designer heeft gemaakt.
19 januari 2024
Eeke van Velzen
“Ik zie ons wel als een kleine wereldverbeteraar ja”, vertelt Twan met een grote glimlach, gezeten aan de picknicktafel voor de Ink loods in Amsterdam-Noord.

Een avontuurlijke start

“Ik ben opgegroeid in Goes. Ik ben op m’n 14e begonnen met koken, in een pannenkoekenhuis met een menukaart van 60 pagina’s. Het praktische van koken vond ik heerlijk. En het zorgde ervoor dat ik altijd een inkomstenbron had. Toen ik ging reizen en het geld op was, kon ik altijd wel ergens in de keuken gaan staan. Zo heb ik op een klein eilandje voor de kust van Perth bij een visrestaurant gewerkt, er was een open keuken met uitzicht over zee. In de verte de skyline van Perth en elke avond dolfijnen die langs zwommen”.

Wat doe je als het mis gaat?

Eenmaal terug in Nederland werkte Twan in de keuken van The Movies, waar hij via via was beland. “Ik was een beetje zoekende. Ik had niet per sé de ambitie om in de keuken te blijven staan. Ik wilde iets creatiefs doen maar ik had ook m’n VWO gehaald, moest ik dan per se naar de Universiteit?” Ik vraag of hij toen al wist dat hij iets met social design wilde doen. "Nee, totaal niet. Ik kende die term niet eens. Ik wist dat ik creatief bezig wilde zijn, iets waarbij ik kon creëren”. Twan besloot Product Design te gaan studeren aan de Hogeschool van Amsterdam. Een middenweg tussen de meer technische kant van een studie aan de TU en het conceptuele van een kunstacademie. “Waar ik een aversie tegen had was gebakken lucht. Zo van; iets moois maken, daar een marketing saus overheen gooien en dan belachelijk veel geld verdienen. Dat ambieerde ik nooit. Maar ik was ook niet bewust bezig met Social Design. Hoewel ik wel nadacht over hoe we de wereld nou een stukje beter kunnen maken”. Er volgde een moeilijke tijd. Twan’s vader overleed, niet lang daarna zijn schoonvader en een dierbare naaste kampte met psychotische episodes. “Ik was in die periode heel erg op zoek naar houvast, een manier om dit allemaal een plek te geven. Wat voor mij heel goed werkte was heel praktisch bezig zijn, daarom was het werken in de keuken ook zo’n goede uitlaatklep. Na mijn afstuderen dook ik daar weer fulltime in. Maar ik besefte ook dat de keuken niet mijn eindstation moest zijn. Ik wilde verder in design en had een push nodig om daar weer in te stappen. In dezelfde periode kreeg die dierbare naaste de diagnose schizofrenie. Langzaam vormde zich het gevoel dat ik daar misschien iets mee wilde doen. Ik moest een manier vinden om daar mee om te gaan, hoe kon ik dat omzetten in iets positiefs?”

Impact maken is niet hetzelfde als oplossen

Twan kwam terecht bij de Master Crossover Creativity aan de HKU. In die master onderzoek je hoe je als designer een crossover kunt maken naar een andere discipline. Veel van de projecten die daaruit voortkomen zijn voorbeelden van Social Design. “Hoewel ik die term toen nog steeds niet kende. Je moest binnenkomen met een projectvoorstel. Ik besloot mijn persoonlijke situatie te gebruiken. Mijn vraagstuk was: hoe kun je als naaste iets betekenen in het ziekteproces van je dierbare? Mensen in de directe omgeving van zo iemand dragen ook een hele zware last. Er zijn nauwelijks tools beschikbaar, de onmacht is groot. Iemand die in een psychose zit heeft een hele andere belevingswereld. Hoe waanzinnig die soms ook lijkt, het is wel hun werkelijkheid. Hoe blijf je dan verbonden met elkaar? Het is een heel lastige en kwetsbare situatie. Terwijl je als directe naaste juist ook heel veel kunt betekenen”. Zo’n persoonlijk onderwerp betekende ook andere naasten bij zijn onderzoek betrekken. “Dat was ingewikkeld, we waren er allemaal op een andere manier mee bezig en niet iedereen had de behoefte om er op deze wijze in te duiken. Maar wat heel waardevol was, was dat we erachter kwamen dat het gesprek vaak ging over de dierbare met de diagnose en dat het niet goed ging. Zelden ging het gesprek over hoe wij ons er eigenlijk bij voelden. Daar zat een enorm gat. Dat heb ik als startpunt genomen en ben met heel veel mensen gaan praten in een vergelijkbare situatie. Allemaal bleken ze dezelfde ervaring te hebben.” Maar hoe ontwerp je iets voor zoveel verschillende mensen, die een vergelijkbare ervaring hebben maar tegelijkertijd een hele andere manier van daarmee omgaan? Deze vraag leidt tot een interessant inzicht. “Dat vond ik dus ook heel moeilijk. En dat vind ik nog steeds moeilijk aan dit werk. Als Social Designer trekken we natuurlijk wel een grote cape aan. Zo van “Hé, wij ontwerpers gaan dit probleem wel even tackelen”. Terwijl, wat ik eigenlijk van dit proces geleerd heb is: je gaat dit niet oplossen, maar je kunt wel een kleine schakel van verbetering zijn. Op een gegeven moment viel dat kwartje - ik ga dit niet oplossen, maar er zijn mensen die ik hiermee ga helpen. En dat is impact maken. Impact maken is dus niet hetzelfde als oplossen. Je hebt kleine stapjes nodig om verder te komen’. Zijn onderzoek richtte zich dus vooral op de omgeving. “Als je de omgeving leert hoe je hiermee om moet gaan, en vooral hoe je dit met elkaar beter kan doen, dan kan je een vangnet creëren. Dat heeft indirect een positief effect op degene met de diagnose. In het onderzoek heb ik ook veel met hen gesproken. Ze voelden zich vaak heel alleen en niet begrepen. Dat gaat heel erg hand in hand met het gebrek aan kennis en tools die er voor de omgeving zijn. Het moet niet gaan over ziek zijn, maar over menselijk contact. Dat werd mijn uitgangspunt en heeft uiteindelijk geresulteerd in het kaartenspel ‘Waan-zinnig Gesprek’. Het stelt mensen in staat om een gesprek met elkaar te hebben en om verbinding te maken. Je praat over wat deze situatie met je doet, wat je ervan kunt leren en hoe je het in de toekomst beter kan doen”.  

Waan-zinnig gesprek

Twan’s docenten zagen de potentie van zijn project en vroegen hem subsidie aan te vragen om het idee om te zetten in een daadwerkelijk product. Vandaag zijn er meerdere zorginstellingen die Waan-zinnig Gesprek inzetten. Pas nadat Twan zijn Master had behaald, werd hij zich bewust van wat Social Design is. “Wat zou m’n volgende stap worden? Ik ging kijken wat ik verder met Waan-zinnig Gesprek zou kunnen doen. Toen kwam ik er eigenlijk pas achter dat ik aan Social Design had gedaan. Ik besefte me dat ik kan ontwerpen voor een betere wereld. Dat is precies wat ik wil doen”.

Brutalen hebben de halve wereld

Op de vraag hoe hij bij (ink). is beland krijg ik weer die grote lach. “Ik heb Anna gestalkt voor een meeting. Uiteindelijk nodigde ze me uit voor een gesprek. Dat was op een vrijdag. Ik stond ook nog in de keuken en moest die avond werken. Anna zou met een vriend uit eten gaan die avond, maar ze had nog geen reservering. “Je kan wel bij mij komen eten”, dat was denk ik wel een goede zet. Ze kwam gelijk die avond eten, en de dinsdag erna kreeg ik een bericht: ik denk dat we een project hebben dat perfect bij jou past. Dat was het project van het UMC, waarbij we de kwaliteit van leven voor mensen met een langdurige psychiatrische aandoening wilden verbeteren. Dat was natuurlijk een prachtige overstap.”

Als ik Anna (Noyons, oprichter (ink).) vraag waarom ze juist Twan in haar team wilde, was haar antwoord helder. “Hij had natuurlijk een relevante opleiding, maar voor hij bij (ink). kwam had hij al drie levens geleid. Ik geloof echt dat om een goede social designer te zijn en je met de maatschappij te mogen bemoeien je levenservaring nodig hebt. Bovendien had hij zelfstandig een heel project opgezet, van onderzoek tot daadwerkelijke uitrol. Zo knap, daar sprak zoveel potentie uit. Door dat project snapte hij ook goed hoe de zorg in elkaar steekt, en dat is een domein waarin wij veel werken.”

Op z’n best

De skills die Twan in de keuken heeft geleerd, gebruikt hij nog steeds. “Je moet georganiseerd zijn, dingen kunnen afvinken. Bovendien ga ik beter op stress, een beetje druk op de ketel maakt mij creatiever. Ik vind onderzoek interessant, je leert er ontzettend veel van - maar als we dingen gaan maken ben ik op m’n best. Iets creëren. Of dat nou een mooi bord is met heerlijk eten of een prototype dat we gaan testen en verbeteren. Daar geniet ik van”.

Wil je meer weten over Waan-zinnig gesprek? Of het kaartspel kopen? Dat kan, check: https://www.waanzinniggesprek.nl/.

Meer nieuws